UNIVERSOL ECO is een nieuwe generatie verfreiniger. Nadat in 1993 UNIVERSOL op de markt kwam als vervanger voor ammonia komt Chemtec Chemicals/Prochemko na 26 jaar met een nog beter ecologisch alternatief. Chemtec Chemicals/Prochemko is producent en leverancier van UNIVERSOL en vele andere professionele reinigers. Het terugdringen van het gebruik van hinderlijke en gevaarlijke chemische stoffen in schoonmaakmiddelen neemt de laatste jaren een grote vlucht. UNIVERSOL ECO bevat nog meer grondstoffen welke niet geclassificeerd zijn en welke voldoen aan ecologische eisen. Een belangrijke stap voorwaarts is het vervangen van solventen voor nog minder schadelijke oplosmiddelen. Zo wordt in UNIVERSOL ECO o.a. gebruik gemaakt van aardolie solventen welke ook worden gebruikt in watergedragen verven en  in de cosmetische sector. Deze grondstoffen zijn de toekomst voor ecologisch verantwoordelijke schoonmaakmiddelen. Iedere stap voorwaarts in het terugdringen van schadelijke chemicaliën is winst. UNIVERSOL ECO is de ecologische vervanger voor ammonia als het gaat om nog groener werken. 


In UNIVERSOL ECO zitten geen schadelijke of gevaarlijke bestanddelen. 


UNIVERSOL ECO is de meest geavanceerde industriële allesreiniger die probleemloos alle vuil en vet aanpakt. UNIVERSOL ECO beschikt over sterk indringende ECO bestanddelen die tot in de diepst opgehoopte vetlagen doordringen. UNIVERSOL ECO breekt probleemloos de moleculaire structuur  van het hardnekkigste vuil en vet af. UNIVERSOL ECO lost onmiddellijk en doeltreffend de kleeflagen op. Door zijn niet brandbare , niet giftige en niet corrosieve eigenschappen kan UNIVERSOL ECO overal als bijzonder veilig reinigingsmiddel worden ingezet bij alle mogelijke vormen van ernstige vervuiling. 


Door zijn super geconcentreerde samenstelling is UNIVERSOL ECO bijzonder zuinig in gebruik. Afhankelijk van de mate van vervuiling dient UNIVERSOL ECO voor het reinigen van schilderwerk verdund te worden met water in de verhouding 1:100.

HANDLEIDING ONTVETTEN SCHILDERWERK

DE HECHTING

De hechting van verflagen wordt over het algemeen beschouwd als een 

moleculair fenomeen. Om een goede hechting te krijgen, moeten verflaag 

en ondergrond elkaar zeer dicht naderen. De afstand mag niet groter zijn 

dan zo'n 5 A-units (één-tienmiljoenste millimeter). Om te bereiken dat een 

verflaag een ondergrond zeer dicht nadert, moet een verflaag de 

ondergrond goed benatten. Benatting is een effect van oppervlakte-

energie of oppervlaktespanning van een verflaag en een ondergrond. 

Alle ondergronden hebben een bepaalde oppervlaktespanning. Ook 

verven hebben een bepaalde oppervlaktespanning. Dit wordt uitgedrukt 

in dynes per centimeter. Een schone metaalplaat heeft een zeer hoge 

oppervlaktespanning (enkele honderden dynes/cm). Het is voor een 

verflaag met een oppervlaktespanning van 20 - 70 dynes/cm geen 

probleem deze metaalplaat te benatten.

Op ondergronden van bijvoorbeeld kunststof met een lage oppervlakte-

spanning van 15 - 20dynes/cm kunnen hechtingsproblemen ontstaan. Dit 

zijn vaak polyolefins of fluoridehoudende ondergronden. Ook siliconen 

kunnen de oppervlaktespanning van een ondergrond sterk verlagen 

waardoor er hechtingsproblemen kunnen ontstaan. Vele jaren heeft men 

gedacht dat de hechting op gladde oppervlakken voornamelijk afhankelijk 

was van het opruwen van een ondergrond zoals door schuren. In deze 

schuurkrassen zou de verf zich beter hechten (mechanische hechting).

Tegenwoordig gaat men er steeds meer vanuit dat, naast een mechanische 

hechting, door schuren vuil of andere deeltjes worden verwijderd die zich 

gehecht hebben aan potentiële reactieve aanhechtingspunten. Door 

schuren wordt het oppervlak aanmerkelijk vergroot waardoor meer van 

deze reactieve aanhechtingspunten ontstaan. Er zijn zeer veel omstandig-

heden waarin een te schilderen oppervlak van buitenaf door bijvoorbeeld 

vervuiling kan worden beïnvloed. Deze vervuiling betreft meestal olie, vet, 

was, roest, zout, vuil of losse pigmentdeeltjes door poederende verflagen. 

Wanneer dergelijke vervuilingen onvoldoende worden verwijderd, kan 

onthechting optreden. Deze onthechting wordt versterkt door de krimp

die in de drogende en polymeriserende verflaag optreedt. Ook tijdens de 

gebruiksfase treden hygrothermische krachten op in het verfsysteem door 

de invloed van vocht en omgevingstemperatuur.

Het doel van een voorbehandeling is het oppervlak te reinigen en in zo'n 

puur mogelijke staat brengen. Dit kan door het vuil op te lossen, te 

emulgeren, te verzepen, te geleren of te defloculeren. Het is echter niet 

altijd mogelijk een oppervlak volledig te reinigen. Hoewel dit kan leiden tot omvangrijke schade komt het in de praktijk voor dat om milieutechnische of economische redenen besloten wordt niet alle vervuiling te verwijderen. Wanneer de vervuiling olie of vet betreft is het uiteraard niet verstandig een watergedragen product toe te passen. In dit geval is het beter een oplosmiddelhoudende coating toe te passen met een lage oppervlakte-energie. Naast een goede voorbehandeling van de ondergrond kunnen aan verf hulpstoffen worden toegevoegd die de hechting op bepaalde ondergronden verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het effect van silaanmodificatie op de hechting van coatings op glas.

DE REINIGING

Omdat we het te schilderen oppervlak zoveel mogelijk vrij willen hebben van vervuiling dient het oppervlak gereinigd te worden. Bij het gebruik van Universol reinigt u met zeer professionele ontvetters welke speciaal ontwikkeld zijn voor de schildersbranche. Universol schuimt niet en na de reiniging behoeft niet te worden nagewassen met nogmaals schoon water.

Maar hoe reinig ik op een goede wijze, en wat is nawassen eigenlijk?

Een goede reiniging is het volledig vrij maken van een oppervlak van vervuiling. Dit is zeer belangrijk omdat wij eerder leerden dat de hechting van verf op vervuiling voor onthechting kan zorgen. Een goede reiniging gaat als volgt:

1. Verdun Universol 1:100 met lauwwarm water voor lichte vervuiling. Te denken valt aan bijvoorbeeld nicotineaanslag, vette vingers etc. 1:100 betekent dat u aan een driekwart gevulde bouwemmer 1/10 liter (100ML) reinigingsmiddel toevoegt.

2. Verdun Universol 1:10 met lauwwarm water voor zware vervuiling. Te denken valt aan bijvoorbeeld zware straatvervuiling, vette machines etc. 1:10 betekent dat u aan een driekwart gevulde bouwemmer 1 liter (1000ML) reinigingsmiddel toevoegt.

3. Verdun Universol niet verder als 1:10 omdat u altijd het water nodig hebt als transportmiddel voor de afvoer van de vervuiling. Bovendien zal de reinigingscapaciteit niet meer toenemen bij een nog zwaardere verdunning.

Gebruik naast een emmer met schoonmaakmiddel ook een emmer wat schoon water. Dit water heeft u nodig om daarin uw spons, borstel of doek te kunnen omspoelen tijdens het reinigen. Wat wordt hier nu precies mee bedoelt? Als men het oppervlak heeft bevochtigd met Universol zal de spons al een hoeveelheid vuil in zich opnemen. Wring dan de spons eerst uit buiten de emmers, vervolgens spoelt u de uitgewrongen spons eerst uit in het schone water en als laatste bevochtigd u de spons opnieuw met het schoonmaakmiddel.

Begin bovenaan met het reinigen van het oppervlak. U brengt het schoonmaakmiddel aan en laat het even inwerken. Door het laten inwerken kunnen de oppervlakte wasactieve stoffen (de detergenten) van het schoonmaakmiddel de vervuiling los maken van het oppervlak. Daarna moet men het oppervlak samen met het schoonmaakmiddel “in beweging zetten”. Oftewel men moet het oppervlak “gaan boenen/wrijven”. Hierdoor kan de vervuiling welke door de wasactieve stoffen reeds zijn losgemaakt worden opgenomen in de oplossing en worden afgevoerd van het oppervlak. Oftewel: men moet “het vuile sop” van het oppervlak verwijderen. Zou men dit niet doen en zou men het sop laten zitten dan hecht het vuil zich weer opnieuw aan het oppervlak en verkrijgt men geen optimale reiniging. 

Het verwijderen van het “vuile sop” kan op de volgende manieren. Men neemt het sop af met een doek, of men gebruikt een schone spons om het oppervlak af te nemen. In ieder geval moet men altijd het oppervlak ontdoen van het vuile sop en tevens moet het oppervlak droog worden gemaakt. Zorg ervoor dat er geen “verzamelpunten” kunnen ontstaan waar het vuile sop zich kan ophopen. Bijvoorbeeld aan de onderkant in beide hoeken van een kozijn. Besteedt extra aandacht aan dit soort plekken.  Na de reiniging behoeft men niet nogmaals na te wassen. Niet nawassen betekent dus niet dat men het vuile sop niet hoeft te verwijderen, niet nawassen betekent dat men na een goede reiniging niet nogmaals met schoon water het oppervlak hoeft na te spoelen. Immers door het volledig wegnemen van het sop zal het oppervlak ontdaan zijn van vervuiling.

Voor zeer grote oppervlakken zoals damwanden, silo’s etc. Kan men ervoor kiezen om de reiniging als volgt uit te voeren. Breng de Universol verdund aan op het oppervlak. Boen het oppervlak. Als laatste kan men met schoonwater hoge- of lagedruk het vuile sop verwijderen.

Na de reiniging wordt het oppervlak geschuurd of gestraald. Als laatste wordt het oppervlak stofvrij gemaakt waarna men kan beginnen met de afwerking van het oppervlak.